Verslaving als geschenk

kind van verslaafde ouder

Geplaatst door Dees op 16 juni 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert-AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag 79 – groep 14.6.2010 3 deelnemers – distributie aan deelnemers + publicatie op blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De aanwezigen (A, B en C) veronderstellen dat de afwezige groeps-deelnemers deze avond de voorkeur geven aan de tv-verslagen van de wereld-voetbal-kampioenschappen in Zuid Afrika en besluiten deze gelegenheid te gebruiken om af te wijken van de gebruikelijke gespreksregels en in de plaats daarvan in een open gesprek van gedachten te wisselen over een onderwerp dat een van hen bezighoudt. Hiertoe brengt A het volgende dilemma naar voren:

A: onze dochter is nu veertien jaar en binnenkort komt zij via de school in aanraking met gelegenheden waar alcohol wordt geschonken. Ik hoor dat dat nog wel eens behoorlijk uit de hand kan lopen. Daar maken wij, d.w.z. mijn vrouw en ik, ons zorgen over. Je kunt je voorstellen dat ieder kind in die situatie wil ‘meedoen’ met de groep. En daarin zit absoluut een risico dat je van tevoren niet gemakkelijk kunt inschatten. Het houdt mij erg bezig, vooral ook omdat drank in mijn geval de reden is waarom ik zelf hier aan tafel zit. Wij, dat wil zeggen mijn vrouw en ik, hebben onze dochter niet betrokken bij mijn eigen ‘verslavings-geschiedenis’. Wij wilden haar dat besparen en dus is zij daar niet van op de hoogte. Maar nu is het wel erg bitter dat je aan de kantlijn staat en maar moet afwachten of je eigen kind in staat is haar situatie op een gezonde manier te hanteren.

B: mijn situatie lijkt daar wel een beetje op. Ook ik heb een dochter. Zij is nu zeventien. En is wel van de hoed en de rand op de hoogte van mijn eigen ‘geschiedenis’. Daarmee wil ik niet zeggen dat zij ‘dus’ niet in de problemen komt of kan komen. Maar juist het feit dat zij nu meemaakt dat ik bezig ben met mijn herstel en dus ook in actie ben om mijn leven weer op orde te brengen, geeft een heel goed gevoel. Dat geldt natuurlijk voor mijzelf, maar zeker ook voor haar. En ik weet ook heel goed dat dat ‘geen garantie geeft voor de toekomst’ – maar voor dit moment bestaat er openheid en een soort extra band, waar ik zelf erg gelukkig mee ben en hetzelfde geldt voor haar, daarvan ben ik overtuigd.

C: ik vind dit een indrukwekkend onderwerp, want het gaat toevallig wel over zaken waarin een mens extra kwetsbaar is: je eigen kinderen. Ik weet natuurlijk ook nog heel goed hoe dat allemaal bij mij heeft gespeeld: toen ik (eindelijk) in de kliniek terecht was gekomen, kantelde mijn hele bestaan en daarmee dat van mijn kinderen. Zij kwamen toen ook in contact met Al Ateen, dat zijn de kindergroepen van AA en kregen daar antwoord op vragen waarmee zij zaten. Ik heb daar nooit spijt van gehad. Het komt er een beetje op neer dat mijn eigen verslaving ook veel invloed had op het leven van mijn kinderen. Je kunt wel denken dat ze er niks van merkten, maar bij ons bleek dat achteraf toch echt niet zo te zijn. Het gaat in dit soort zaken niet zozeer over de dingen die worden gezegd, maar vooral om de dingen die er wel zijn, maar juist niet worden gezegd. Die laatste zijn de grootste spanningsbronnen. En bovendien werden zij op deze manier ook deelgenoot van het herstelproces. En juist dat laatste is van blijvende waarde gebleken.

Hiermee zijn, hopelijk, de kernpunten uit het gesprek genoteerd terwijl gezamenlijk is vastgesteld dat deze ontmoeting voor alle drie de deelnemers waardevol is geweest. Deze aantekeningen worden op de gebruikelijke wijze gedistribueerd.

Amsterdam, 16 juni 2010.

einde verslaving brengt niet snelle vreugde (of wel…?)

Geplaatst door Dees op 08 juni 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag 78 – groep 7.6.2010 6 deelnemers – distributie aan deelnemers + publicatie op blog www.verslavingalsgeschenk.nl

In onderling overleg wordt afgesproken dat B vanavond gespreksleider is terwijl C conform de gewoonte het gespreksverslag voor zijn rekening neemt. Vervolgens neemt B het woord en vraagt de aanwezigen een voorstel te doen ter bepaling van het gespreksonderwerp voor deze avond, waarop E als volgt reageert:

E: de laatste tijd gaat het ‘gewoon’ beter met mij; ik heb (nieuw) werk waar geen alcohol aanwezig is; dus geen verleidingen op de werkvloer. Maar ik mis wel iets. En ik vraag me af wanneer ‘je’, ik bedoel natuurlijk ‘ikzelf’, eens een keer tevreden kan zijn met het werk dat er is; want zoals nu kan het toch behoorlijk gaan kriebelen als ik merk dat er ergens anders een ‘natte’ baan op mij ligt te wachten. Zo kon ik kort geleden aan de slag waar een cocktailbar wordt opgezet – ik ben daar wel gaan praten toen het werd genoemd door een kennis – maar mijn volgende gedachte was: wat vreemd; ik wil dat niet – in m’n achterhoofd ‘trekt’ het mij aan – terwijl ik voor 100% weet daar te zullen sneuvelen. Feitelijk is het zo dat ik daar wel ‘nee’ heb gezegd…..terwijl het toch in m’n achterhoofd blijft hangen.
Mijn vraag is dus eigenlijk: wanneer zal ik (of meer algemeen ‘wanneer is men’) tevreden zijn, met of zonder drank?

Uit de reacties blijkt dat eenieder akkoord gaat het voorstel te kiezen als gespreksonderwerp. De gespreksronde ontwikkelt zich vervolgens als volgt:

A: ik begrijp het onderwerp eigenlijk als de vraag: wanneer ben ik tevreden? – mijn eigen gevoel hierover zegt mij (nu nog): er ontbreekt nu iets – ik ben wel een compleet mens – moet echter aanvaarden dat een aantal zaken niet kunnen – ben zelf ook wel gevraagd op koninginnedag op een terras te komen werken – moet mij dan echter telkens weer beseffen dat ik dat niet kan – ook niet in Frankrijk – ondanks de gezelligheid – dus ook geen opkomend ‘roesje’ – dat is er dus niet meer bij – ik vergelijk het maar met een puzzel en een ontbrekend stukje – moet dat aanvaarden – een stukje weg – een eeuwige worsteling – iets van niet meer / beter van niet – ergens is het zuur – probeer het te compenseren met andere dingen – het gaat om het accepteren van onvermogen.

B: bij mij werkte het gewoon omgekeerd – ik werd eigenlijk ontevreden met m’n ‘werk’ (daarmee bedoel ik dan mijn verslaving zelf) in een casino – ik voel mij nu bevrijd door dingen die ik wel en elders en daarbuiten feitelijk doe – voel het niet als een tekort dat ik dien te verwerken – kennelijk weet en accepteer ik dat ik allerlei dingen niet kan doen – de kunst is natuurlijk te leren omgaan met je beperkingen en het doen van dingen die ik wel kan – zo werd ik ontevreden door het spelen in het casino en merk wel tevreden te zijn met kleine dingen – hoorde in de kliniek het advies: obsessief waakzaam blijven – steeds bewust kiezen – intussen geef ik wel beursberichten door aan anderen…..

C: ik heb mij altijd verbaasd over de invloed van de groep op mijn hele bestaan. En vond het ook volstrekt logisch daar heel bewust en zonder onderbreking mee bezig te zijn. Eerst in de kliniek en daarnaast in de groep. Ik ben daardoor automatisch op een totaal andere manier gaan leven en denken. In mij heeft zich een ander, nieuw, gevoel ontwikkeld. Niet zo eenvoudig om dat onder woorden te brengen. Vooral ook omdat het alle aspecten in mijn leven betreft. De behoefte om te vluchten verdween, mijn angst verdween, ik kreeg een enorm gevoel van rust, en in het algemeen kreeg mijn leven een andere kleur, ik begon het langzamerhand echt leuk te vinden. Alles bij elkaar teveel om op te noemen. En al die veranderingen bleken zich ook werkelijk in mij te wortelen. Zelfs toen ik kanker kreeg en moest worden geopereerd heb ik geen moment angst gekend. Het was net alsof ik dat soort grenzen was gepasseerd. En per saldo levert dat een echt nieuw leven op, waarvan ik ook alleen maar weet dat het eens zal eindigen, maar ook daar kan ik op dit moment prima mee leven.

D: ik hoop op momenten van geluk – ben nu zeker niet al te tevreden, zacht uitgedrukt….

F: ik heb zeker ook periodes van tevredenheid – soms gaat ‘t wat minder – waar rook is is vuur – soms is ‘t moeilijk – hoop dan op periode met minder moeite – ben echter wel een gezelligheidsmens – mijn probleem is de kater – mijn lichaam weigert dan – een borreltje drinken is prettig – maar soms komen anderen erbij – snuiven dan een lijntje – versieren een vrouwtje – mijn zwakte trouwens is mijn haantjes-gedrag – ik raak in euforie met mensen om mij heen, vooral vrouwen – dat geeft mij een mooie spanning – mijn wens was altijd: een strandtentje openen – in het buitenland uitrusten – ik leid nu een sober bestaan – heb vroeger les gegeven aan verstandelijk gehandicapten – ging daar ook op bezoek – nu veel naar een bos aan de rand van de stad en laat daar honden uit – veel mensen delen die passie – kom ook bij het honden asiel, waar veel honden komen nadat relaties uit elkaar gaan – daar zitten ze achter tralies – het is gratis werk maar wel prettig; geeft mij een fijn gevoel. Bovendien ga ik regelmatig naar de sportschool: dat geeft mij wat houvast plus contact met de medesporters – blijft toch een gevoelig punt – kom ook mensen tegen van vroeger en heb dan eetcontacten – daar kan ik ‘t heel moeilijk mee hebben – geeft moeilijke associaties – de kick van vroeger krijg ik toch niet meer – maar heb daar wel veel last van ‘verleiding’.

Hiermee is de ronde voltooid en krijgt E de gelegenheid af te ronden. Hij zegt:

Ik ben eigenlijk heel blij – blijf met twijfels rondlopen tot de dood – probeer 8 augustus een feestje te mijden, want weet tevoren dat ‘t daar fout afloopt – vind ‘t geweldig dat ik die baan afgezegd heb – weet vooraf dat ‘t ook daar fout zou aflopen – de verleiding blijft altijd – ging vanmiddag boodschappen doen – plots ging mijn vrouw naar de auto, ze was iets vergeten, ze greep ineens in de plek waar ik vroeger een flesje bier had ‘verstopt’ – maar nu was ‘t leeg – kortom, ze ‘moest’ toch even controleren – ‘vertrouwen komt niet zomaar terug’ – ik begrijp dat wel, maar toch had ik er de pest in. Maar al met al: die baan doe ik niet want daar sneuvel ik – soms ben ik dus ook niet tevreden – want ik wil een normaal leven.

De groep dankt E voor het onderwerp en B voor de gespreksleiding, waarna laatst genoemde eenieder verzoekt enig geld in de pot te werpen en hij de bijeenkomst sluit om 21.15 uur.

Amsterdam, 8 juni 2010.

waarom terugval als het goed gaat….?

Geplaatst door Dees op 03 juni 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag nr. 77 – groep dd 31.5.20010
11 deelnemers – distributie verslag aan deelnemers + publicatie op blog.

Conform het inmiddels ontwikkelde gebruik belast F zich met de gespreksleiding voor deze avond en verzorgt H de schriftelijke rapportage. De aanwezigen worden welkom geheten, met name de nieuweling aan wie de gespreksregels worden uitgelegd. Vervolgens vraagt F om suggesties voor het bepalen van het gespreksonderwerp, waarna A het volgende voorstel doet:

A: in het voorgesprek hadden we het over het rotgevoel waar je na een terugval helemaal vol van bent – vooral als het eerst een poos goed is gegaan – dan zou je meer weerbaarheid verwachten, maar dat valt dan lelijk tegen – en helemaal als je regelmatig terugvalt – hoe zit ‘t dan met dat hele begrip ‘verslaafd zijn’? – ben je dan nog verslaafd? het gaat om spanning die zich soms heel langzaam in jezelf ontwikkelt – die knaagt aan je weerbaarheid – dat ervaar je zelf natuurlijk het beste, ook al doe je je best dat onheilsgevoel te ontkennen en weg te drukken – hoe moet je daar mee omgaan – je kunt je eigen signaal wel herkennen, maar terugschakelen naar ‘nul’ is dan meestal niet meer aan de orde: voordat je gaat gebruiken lijkt het al of je op een glijbaan zit en de greep kwijt bent… kortom, nog geen druppel gedronken, geen pil geslikt en toch de greep kwijt en het gevoel de glijbaan opgezogen te worden….

Uit de reacties blijkt eenieder het eens het voorstel van A te kiezen als uitgangspunt voor het groepsgesprek. De gespreksronde ontwikkelt zich aansluitend als volgt:

B: Vorig jaar startte ik met deeltijdbehandeling – dus toen zette ik ook mijn eerste stappen richting herstel – en werd aansluitend ook meteen geconfronteerd met het verschijnsel van terugval – dat sloop er gewoon in – dacht dan ‘dat kan ik wel aan’ – zo was ik 3 weken met vakantie in Frankrijk, geen tv, geen internet, etc….. – had daar toen een lichte terugval – gevolgd na terugkeer thuis door een klap alsof ik in een ravijn stortte: zat in no-time alleen en met een lege fles – ging daar toen wel over nadenken: had dit nog niet eerder meegemaakt – het was een kwestie van zien en drinken – er was geen ‘trek’ van tevoren – ben toen ook van de trap af gevallen, overigens zonder nadelige effecten – de terug-schakeling lukte pas na terugkeer in nederland; er was toen geen groep vanwege Pinksteren – ben dus een half jaar in deeltijdbehandeling geweest – ga dat niet nog eens doen – denk zelf dat terugvallen bij deze ‘ziekte’ hoort – pik ‘t nu weer op met medicijnen – eerst was een ‘terugval’ langzamer – nu is ‘t meteen ‘raak’ – lastig is het wel – bovendien ben ik veel alleen – heb geen sociaal kader met toezicht….

C: ik luister…..

D: terugval ken ik uit ervaring heel goed, vooral als opzettelijk gedrag – om eigen grenzen te leren kennen – zo had ik 15 jaar terug ook een black out – soms dacht ik “ ‘t gaat wel weer” – dronk dan tot het licht uitging – tot hoever kan je gaan? – het was mijn eigen ‘proef’ – soms voelde ik een heerlijke euforie en juist dat is link – soms ook, lukt het om te stoppen – toch een beetje eng – zit nu zelf bij de ggz – heb sterk wisselende stemmingen – voel het als een afwijking tussen de oren – ga daarvoor ook nu weer morgen in therapie – gelukkig word ik er niet van…

E: iedereen wil ermee stoppen en iedereen is tevens gericht op terugval – ik had een huisje gekocht in Frankrijk – heel klein – de Mont Ventoux plus mooie bomen en een terras – ergens had ik angst voor terugval – angst: ‘t mag nooit meer!’ – hoorde ook praten over het beperken van je uitzicht tot 24 uur – hoorde ook over neurologische processen en de conclusie: dan moet je ‘gewoon’ nooit meer drinken – zo ken ik iemand die 7 jaar niet dronk en toen toch weer voor de bijl ging – ik wilde het uit proberen met 2 biertjes en merkte na 5 dagen dat de hoeveelheid toenam – dat terugval onafwendbaar aan kwam zetten – dat definitief afscheid nemen dus noodzakelijk is.

F: bij te weinig rust ontwikkel ik spanning – daarop richt ik mijn agenda nu in – bovendien luister ik naar muziek – bij ‘neiging’ zoek ik afleiding – het is een kwestie van overleven door ‘andere dingen’ te gaan doen – ook moet ik mezelf niet overbelasten – ik heb geen last als andere mensen gebruiken tenzij ze mij gaan storen, want dan ga ik weg – en toch, als we langs een terras lopen ziet mijn vrouw kopjes koffie en ik de glazen bier – sommige mensen kunnen zich zo handhaven – iedereen moet zijn eigen traject aflopen…

G: vroeger had ik een soort ritme: was ik 3 a 4 maanden gestopt en dan struikelde ik – was er sprake van trots of afwachting? ik weet het niet precies – eigenlijk was ik te bang om te beginnen – heb ‘t toch gedaan – heel voorzichtig met hele dure spaanse wijn – het voelde of ik me moest verdedigen, dat duurde zo’n 1,5 a 2 jaar en daarna in het geniep – ik wil trouwens niet ‘nippen’ maar gewoon een hele fles achterover slaan – zelf ben ik ver heen als ik ‘s ochtends al trek heb – bovendien kan je dingen vergeten – en dan het woord ‘feesten’ – ik zie daar nogal tegen op – soms helemaal in Maastricht, waar ik de helft niet versta – kan daar ook niet meedoen – ze hadden daar een combinatie concert met kartonnen bekertjes bier – ik voelde daar minachting voor – kan nu van concerten genieten en blijf nuchter – heb nu trouwens ook geld over voor cd’s – dvd’s en eten en balinese dans en het samen zijn met mensen zonder drank biedt mij veel plezier – ik ervaar dus nu voldoende weerstand tegen terugvallen – soms ligt de oplossing bij het mijden van situatie’s – maar ik merk dat alles steeds makkelijker wordt al naarmate ik langer droog sta…

H: het ontdekken van mijn eigen verslaving was de grootste sensatie in mijn bestaan: ik begreep opeens waardoor ik allerlei ellende had meegemaakt. Het was allemaal en steeds weer ‘oorzaak drank’. En het was dan ook geweldig dat ik in een kliniek terecht kon en als klap op de vuurpeil was daar dan ook nog eens de groep. Ik leerde daar enorm veel. Onder meer van die amerikaans aandoende ‘verkoop-kreten’, zoals ‘trainender-gewijs rehabiliteren wij ons’. Dat lijken wel wat opgeblazen verkoop-praatjes. Maar in wezen kunnen ze uitstekend werken. Ze maken veel duidelijk en dan blijkt ook dat het hele programma van zelfhelp, neerkomt op: trainen, iedere dag weer en zorgen voor een goede conditie – waarbij niet te vergeten de zelfhelp-groep een belangrijk aspect is omdat je op die manier minstens wekelijks jezelf kunt opladen door het contact met je collega’s. Voor mij heeft het zelfhelp-programma mijn leven wezenlijk veranderd en het grappige is dat het mij, tot nog toe, nog nooit is gaan vervelen; iedere groepsavond is voor mij dan ook weer een intense ervaring. Maar ik weet ook, dat ieder feest een keer eindigt en dat zal hier ook zo zijn. En het aanvaarden van dat einde probeer ik ook hier te leren. Ik hoop hier echter voorlopig nog een tijdje mee door te kunnen gaan!

I: Uit pure wanhoop ben ik aan de drank gegaan en uit diezelfde wanhoop ben ik er ook weer mee gestopt. Op den duur werd ik een puur asociale drinker – allemaal een gevolg van de dingen die mij bedreigden – eigenlijk ben ik heel vrolijk – had ik ‘t naar m’n zin – en dacht: dat wil ik weer terug – dus ik moest de knop omzetten – kan nu dus niet meer drinken – die drank is me dat niet waard – ga nu weer gewoon naar feestjes – een glas aan de mond, maar niet naar binnen – doe alsof – niemand reageert – ik ga het niet tegen de groep zeggen – blijf volstrekt onopvallend – het plan voor mezelf is: mijn oude leven was niet leuk – nu zingen, dansen en werken mijn vrienden om me heen – dat is mijn leven, mijn passie – er is enthousiasme om me heen – en zo niet, dan haakt de omgeving na 14 dagen af – op 2 na – mijn gevoel zegt me nu: mijn drang naar drank is weg – toch wil ik alert blijven – ik doe mijn best en voel me daar geweldig bij: ‘t is een keuze tussen een leuk en een niet leuk leven….

J: (de nieuweling) ik wil nog even niets zeggen, hoewel ik wel opmerk dat ik nooit dagelijks dronken ben – wel in de weekends – ben dan erg gevoelig – heb altijd wel een excuus en ervaar andere stress-factoren – ik vind het leven zwaar – ik voel verdriet en dat valt niet altijd mee – het gaat trouwens in je patroon zitten en zeker als je ouder word…

Hiermee is de ronde voltooid en krijgt A, die het onderwerp inbracht de gelegenheid af te ronden, waartoe hij zegt: ik geloof dat in je hersenen bepaalde banen ontstaan tengevolge van verslaving en dat daardoor een blijvende overgevoeligheid is ontstaan – ben pas 2,5 jaar hier en er is intussen zoveel gebeurd – een vergelijking met vroeger lijkt het wel een zee van tijd – intussen ben ik alerter geworden en leer wat mijn grenzen zijn – wat goed voor mij is – en loop ik niet meer mijn leven te verklooien.

De groep dankt A voor het onderwerp alsmede F voor de gespreksleiding, waarna laatst genoemde de aanwezigen verzoekt enig geld in de pot te werpen en hij de bijeenkomst sluit om 21.15 uur.

Amsterdam, 2 juni 2010.

stoppen met je verslaving is pas het begin!

Geplaatst door Dees op 18 mei 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam: verslag nr. 76 – 17.05.2010 – 6 deelnemers.

Desgevraagd neemt A de gespreksleiding voor deze avond voor haar rekening, opent de bijeenkomst, heet de aanwezigen welkom en nodigt uit tot het doen van een voorstel teneinde het gespreksonderwerp te kiezen. Als eerste gaat B hierop in met de volgende opmerkingen:

B: het is vrij lang geleden dat ik hier op de groep kwam; intussen is (natuurlijk) veel gebeurd. Ik weet heel goed dat ik verslavingsproblemen heb. Daarnaast heb ik door mijn beroep ook nog eens de dagelijkse confrontatie met het verkeer op de weg. Duidelijk dus dat ik met vuur speel. Dat heb ik ook al jaren in de gaten. En probeer nu, niet voor de eerste keer trouwens, van mijn verslaving af te komen. Daarbij loop ik echter behoorlijk hard aan tegen de negatieve en agressieve reacties van mijn omgeving, mijn eigen partner in de eerste plaats. Er komt enorm veel verwijt, boosheid, teleurstelling en in het verlengde daarvan wantrouwen naar mij toe. En daarop reageer ik dan ook weer met boosheid, enz. Het een maakt kennelijk het ander los. Kortom, een weinig stimulerend of hoopgevend perspectief. Wat is wijsheid? Mijn vrouw is ‘even’ weg geweest en nu weer terug. Ik zou misschien dit moment kunnen gebruiken om een nieuwe start te maken. Maar de verwijten vliegen opnieuw over en weer, net zoals in de vorige fase, vlak voor ze vertrok. Aan de andere kant kan je ook zeggen: ‘ze is toch wel terug gekomen? – dat is toch ook niet voor niks?’ Dat kan zo zijn, maar toch is mijn vraag: is het logisch dat mijn partner vol zit met verwijten, ongeloof en agressie en daarnaast: hoe ontwikkel je in zo’n situatie een weg naar een nieuwe, positieve, start? Trouwens, is dit alles een onderwerp voor het groepsgesprek?

Uit de reacties blijkt eenieder het eens te zijn om de door A beschreven situatie te gebruiken als uitgangspunt voor het groepsgesprek, dat zich hierop als volgt ontwikkelt:

A: je kunt in mijn geval absoluut zeggen: alle problemen zijn door de drank ontstaan – ‘t enige is de drank – mijn 2-ling zus was in alle staten – wij zijn elkaars spiegel – mijn gedrag is ook haar gedrag – ben door haar hier naartoe gesleurd – met drank wordt een aardig mens giftig – mijn zuster reageerde zoals jouw vrouw – wat betreft de ervaring voor mezelf: daar wil ik nooit meer in verzanden: sinds mijn stoppen is mijn leven 100 x makkelijker geworden – mijn familie heeft mij door dik en dun gesteund en/maar ook naar de groep gebracht – drank maakte mij depressief en angstig – zaken worden allemaal immense problemen – gewoon lekker stoppen is de enige weg!

C: stoppen is voor mij de enige weg – ik ben zelf jaloers op mensen die ‘gewoon’ kunnen stoppen – vroeger kon ik dat ook – maar dat is veranderd – een klein beetje drinken is jezelf belazeren – vrienden blijven erop hameren – soms zit ik ‘s nachts alleen voor de tv en drink dan een fles – dat werkt niet – zelf heb ik eens per maand een klaverjas-avond met enkele halve liters – ik denk dat ik goed toneel kan spelen – maar ze zien het goed bij mij – ‘t beste is ‘t niet te doen en bijvoorbeeld feestjes te vermijden want daar sneuvel ik….

D: ik ben nog maar heel kort van de drank af – zat een paar maanden in een kliniek in Limburg – heb een kort maar zeer heftig drankgebruik achter mij – iedereen wilde helpen – heb urenlang gepraat met vrienden – die groep mensen was na mijn terugkeer erg blij – daarnaast zijn er mijn ‘allerbeste’ vriendinnen, die allebei veel drinken en mij nu een ‘drankloze trut’ vinden – mensen die het meest van je houden, reageren het meest negatief – de boodschap is duidelijk: je moet stoppen – zo ben ik ook de kliniek uitgestapt: daar heb ik kracht en liefde terug gekregen – ik voel hoe erg ik ben geweest – ben trouwens niet ontslagen op mijn werk – herstel komt met kleine stukjes: op den duur ontstaat dan (weer) een zekere balans – je word weer omarmd – nu hoef ik alleen maar te denken aan kinderogen – waarom is terugval nodig – dan immers verwateren contacten en ontstaan (weer) negatieve factoren in tegenstelling tot wat ik nu (weer) meemaak en waardoor ik mij lekker voel in het gezin, in mijn werk, bij mijn sport en met nieuwe vriendinnen – eerlijk gezegd: die drank-vrienden zijn vanzelf afgevallen….

E: wat familie betreft: ik heb maar een zus, maar die praat niet over drank; verder heb ik wel veel moeite met kinderen van vriendinnen – wel had ik een langdurige verhouding met een exotische schoonheid in Amsterdam – gelukkig echter blijven vrienden en bieden die ook hulp in nood – zag trouwens laatst iemand doorzakken tijdens een voorstelling, maar die werd opgenomen in een kliniek in het buitenland – ben trouwens zelf na een burn-out in de periode ‘93-’96 daar tenslotte behoorlijk uitgekomen – zou ‘t trouwens op die manier niet nog een keer willen doen – heb nu een zelfstandig vervoer-bedrijfje – daar let niet iedereen op je – ben daar blij mee – zat vroeger echt te wachten tot ‘t half vijf was – maar dat is met ‘t oog op vervoer gewoon niet mogelijk – voor mij is de keuze duidelijk: of ik drink helemaal niks of heerlijk een paar flessen achter elkaar, maar de dreiging blijft de dagen daarna steeds sterker – vandaag bijvoorbeeld – dan denk ik aan de avondwinkel en als ik moet rijden dan ben ik daarvan bevrijd….

F: het kost mij absoluut geen moeite de herinnering aan mijn eigen vastgelopen ‘drank-situatie’ van indertijd naar boven te halen. Ik liep ook voortdurend tegen de lamp: in het verkeer, in mijn werk en in mijn gezin. Het was allemaal ‘oorzaak drank’, alleen had ik dat heel lang absoluut niet in de gaten. Wel voelde ik mij voortdurend verder wegzakken – de greep op mijn leven verliezen en wist ik dat ik zou vastlopen. Alleen wist ik niet waardoor. En ik kan wel zeggen, dat het achteraf het grootste geschenk in mijn leven is geweest toen ik erachter kwam dat de verklaring van alle ellende heel ‘gewoon’ zat in de verslaving, die ik blijkbaar had ontwikkeld. Vanaf dat moment had ik geen enkele aarzeling om verder actie te ondernemen. De eerste stap was ‘heel gewoon’ naar de kliniek, daarnaast naar ‘de groep’, vervolgens nieuw werk en verhuizen: alles pure sensatie en nu nog: dat gevoel had ik vanaf het eerste moment van dit veranderings-proces – ik kreeg in de gaten dat ik op het goede spoortje zat – zelfs toen ik in dit traject ook mocht meemaken hoe ik werd platgespoten en achter de tralies kwam; ik kreeg in de gaten dat ik ‘gewoon’ goed zat: en dat is later ook gebleken – eigenlijk is mijn gevoel, dat ik beter een echte crisis in mijn leven kan meemaken, gewoon omdat daar de beste kansen op een gezond vervolg vlak onder de oppervlakte liggen…

Hiermee is de ronde voltooid en krijgt B, de gelegenheid af te ronden, waartoe hij zegt:

ik heb veel gehad aan alle opmerkingen – herken trouwens iets uit mijn beroep: mijn functie is het mensen naar hun zin te maken – dat zijn dan vreemde, dwz onbekende mensen – trouwens als ik iets doe dan ga ik ervoor – daarenboven heb ik een heftig minderwaardigheids-complex – ik merk: het is nog steeds niet gelukt mij daarvan te bevrijden – het is mij nu ook duidelijk: de rek gaat eruit en binnenkort zal ‘t geluk ook opraken – ik heb nu dus ook absoluut een therapeut nodig – bedankt!

De groep dankt B voor het onderwerp en A voor de gespreksleiding, waarna A de aanwezigen vraagt enig geld in de pot te werpen en zij de bijeenkomst sluit om 21.30 uur.

Amsterdam, 18 mei 2010.

niet klagen maar handelen!

Geplaatst door Dees op 13 mei 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag nr. 75 – 10.5.2010 – 6 deelnemers.

De gespreksleider opent de bijeenkomst om 20 uur met de mededeling dat hij wegens verplichtingen elders (het geven van voorlichting in een kliniek), volgende week de groep niet zal kunnen bijwonen, zodat zijn functie alsdan door een ander dient te worden ingevuld. Aansluitend nodigt hij uit tot het lanceren van een voorstel ter bepaling van het onderwerp voor het groepsgesprek van hedenavond. Dit voorstel wordt aansluitend bevestigd als gespreksonderwerp.

A: doet het volgende voorstel naar aanleiding van een artikel over een invalide vrouw en haar actieve houding tegenover de vrij ingewikkelde techniek voor de bediening van een nieuwe rolstoel en haar zoektocht naar de mogelijkheden om dat instrument te leren benutten, wat haar tenslotte ook lukte en waarmee zij eigenlijk zichzelf in menig opzicht versterkte. Deze positieve houding is A bijgebleven, vooral als vitaal voorbeeld in vergelijking met enkele patienten, die hij tegenkwam bij het geven van voorlichting in een verslavingskliniek. In dat laatste geval waren er namelijk twee ‘patienten’, die zich beklaagden ten aanzien van hun eigen beperkingen, waarbij zij zelf echter niets ondernamen (deden) – vooral hun niet meer ‘mogen’ drinken betreurden – en tenslotte nadrukkelijk klaagden over hun eenzaamheid…..

De gespreksronde:

B: ik keek laatst naar de Boeddistische Omroep. Het ging over een reis naar het hoog-gebergte – daar ging het pad over een moeilijke pas – doel bleek de daar wonende mensen te gaan interviewen – hoogte: 4.500 meter – uiteindelijk kwamen we terecht in het dorpje van die mens op 4000 meter – daar moesten ze een maand blijven – je kon daar niet meer weg – de boeddhist zei: laat het verlangen in je leven los – dan zijn alle problemen opgelost – een man ging toch de pas over – veel jaxs stierven daar – de man kon zijn verlangen niet loslaten – toch – als je ‘t verlangen negeert, dus loslaat, dan kan ‘t verlangen ‘gewoon’ verdwijnen – later werd ‘t steeds gemakkelijker – nu ga ik me irriteren aan andere gebruikers – zolang ik mij irriteer is ‘t nog niet goed. De essentie is: dingen loslaten – dat is de conditie voor geluk – toch – ik beklaag mezelf eigenlijk nooit – en ‘t einde van ‘t refrein is toch altijd ‘magere hein’ – één groot leerproces en dan: geen trauma’s overgehouden!! En dus, als ik nu denk ‘ik kan geen topje (meer) dragen – dan denk ik gelukkig meteen daarna “dat heb ik vroeger ook nooit gedaan” – gekke reacties – het wordt op den duur stukken makkelijker – ik dacht wel : ik moet alles weer kunnen doen – maar ik kan niet praten over verlammingen, want daarin heb ik geen ervaring…

C: ik ben geloof ik altijd erg onnozel geweest en trouwens ook gebleven. Om te beginnen heb ik niet in de gaten gehad dat mijn vele ongelukken, teleurstellingen en tegenvallers jarenlang heel gewoon allemaal een direct gevolg waren van mijn dwanggedrag ten aanzien van drank en andere manieren om de realiteit te ontvluchten. Eigenlijk voelde ik mij telkens een beetje tot rust komen zodra ik door een of andere gebeurtenis weer eens in een ziekenhuis terecht was gekomen. Pas toen ik in de gaten kreeg dat de onderliggende oorzaak telkens weer drank was, ging de zon op. Toen ben ik ook meteen en zonder enige aarzeling de kliniek en de zelfhelpgroep ingesneld. Toen ook voelde ik mij bevrijd. En dat is niet meer ‘over’ gegaan. Toen ook is de kleur in mijn leven gekomen. Gelukkig heeft ook nooit iemand mij iets verboden of gezegd in de trant van ‘nooit meer!’ Ik geloof zelf dat dit soort ‘leef-adviezen’ absoluut averechts werkt.

Het onderwerp van vanavond gaat natuurlijk over een veel voorkomend gevoel bij mensen die op dat moment (nog) helemaal niet in de gaten hebben hoe je jezelf in de weg kunt zitten. Die zichzelf beklagen en belemmeren op precies dezelfde manier als die twee patienten in de kliniek of de bergbewoner die zijn verlangen niet kan laten varen. En ik weet heel goed dat juist bij verslavingen dit verschijnsel vaak voorkomt: ‘het verboden verlangen’! Hetzelfde gevoel heb ik ook jarenlang gehad ten aanzien van roken: en in de praktijk heb ik gemerkt, dat het mij niet lukte met roken te stoppen, zolang ik mijzelf juist dat roken ging zitten verbieden. Juist dan lukt het niet. En ik denk dat dit met alle verslavingen eigenlijk zo werkt. Het verbod werkt averechts. Pas toen er in mijzelf het echte verlangen ontstond om niet meer te roken, viel er een last van mij af en had ik mijn laatste peuk gedoofd. De trek, de behoefte en zin in, het was allemaal weg…. En dat is een gevoel wat uit jezelf komt. Het is dus geen verbod. En ik geloof dus echt dat ieder verbod (‘gij zult niet meer….’) averechts werkt.

D: Boeddhistische gevoelens (dus het ‘loslaten’) zijn voor mij gevaarlijk – ik heb ambitie / stress nodig, anders laat ik ‘t lopen – ik had eens werk voor een zakenman – met een glijdende schaal ten aanzien van de financieele aspecten – het leverde misrekeningen op – een relatieve ellende; zelf hoop ik dan dat ik niet ga klagen – dan laten namelijk heel veel mensen je vallen – heb vroeger in therapie gezeten – daar lieten ze van alles gebeuren – zoals ‘misbruik binnen de familie’ – ik kende daar iemand en dacht: eigenlijk is die vrouw een grote zeur – kon daar niet mee omgaan – soms gaat ‘t goed, soms slecht – als je niet tot zelfinzicht komt, kom je nooit tot een oplossing- en als je daarin blijft hangen, is ‘t een verloren zaak – bij mij zakt de ervaring vrij snel weer weg – een gedachte aan een slok drank kan ontstaan bij het begin van de dag: in de badkamer de eerste slok: die gedachte is m.i. krankzinnig – en is ook wel na een paar maanden weg – nu ben ik gefixeerd op koffie – tel Uw zegeningen – krijg wel hart-ritme-storingen – ik word dus ook ouder – de studenten slaan me nu ‘gewoon’ van de baan…..moet dat oude nivo nu loslaten – gewoon opgeven…..

E: ik zag ‘t programma ‘shock doc’ – een siamese 2-ling – zusjes – aan elkaar gegroeid – kunnen wel van elkaar af worden geopereerd: dan zal 1 sterven – ik kreeg een klap van m’n eigen reactie – je zegeningen tellen – in een kliniek zitten brullen met uitzicht op een nuchter leven – heb daar wel veel geleerd, via therapieen, technieken, te leren voelen en leven in grotere ruimte zonder drank – ontdekking van meer – praten met kinderen – alle beperkingen omzetten naar grotere ruimte en mogelijkheden – in plaats van zelf ‘s nachts kijken naar de tv met slechte en zielige mensen / en nu, na de kliniek: gewoon heerlijk, op straat de stad in samen met een vriendin – drinken als leermoment – helemaal topavond zonder drank – jammer dat je dat gevoel niet aan anderen mee kan geven, incl. de reactie van anderen, die ‘t wel en ook zo beleven….

F: het verlangen – ken ik maar al te goed. Ben nu trouwens aan ‘t omscholen – ga in ‘t zorgvervoer – nu is de dialyse aan de beurt – 2x per week vervoer ik een man, die zijn vrouw en 2 kinderen verloor en zelf 80 operatie’s onderging: hij is vrolijk en vind ‘t leven prachtig – ga dus vooral naar jezelf kijken, ja, daar moet ik wat aan doen – stiekem drinken is nu over – zo gauw ik ergens kom, denk ik, zal ik dan ook maar…..de oplossing moet je zelf zoeken—-mijn partner zegt: je moet ‘t nu zelf doen – zelf denk ik: krijg ik een spiegel – dan kan ik de oplossing zelf vinden!

Hiermee is de ronde voltooid en krijgt A, die het onderwerp inbracht de gelegenheid af te ronden, waartoe hij zegt:
‘de oplossing is dus: loslaten – geen zelf-medelijden – ik verdenk mensen in bejaardenhuizen van gedachten in de trant van: waarom komt er niemand meer – een jongen van 12 die eens per week naar zijn oma gaat in het tehuis, kan leuk met haar praten – een mooi verhaal: de Kilimanjaro – training voor bergklimmen: 1e, 2e en 3e jaars verschillende afstanden: wees trots waar je hebt kunnen komen – wees tevreden met wat binnen je bereik ligt + laat los wat teveel blijkt; zelf had ik moeite de kinderen los te laten toen zij het huis uitgingen – dat is zo met andere dingen zoals relatie – werk – hulpverlening – als je dat niet in de gaten hebt is dat verschrikkelijk – probeer zelf dat ‘s avonds te overwegen en probeer daarnaar te handelen – het onderkennen van eenzaamheid en daarnaar te handelen en dat alles te integreren = misschien wel de essentie van het leven….
De groep dankt A voor het onderwerp alsmede zijn gespreksleiding, waarna A de aanwezigen vraagt enig geld in de pot te werpen en hij de bijeenkomst sluit om 21.35 uur.

Amsterdam, 13 mei 2010.

De macht van de (ex-)verslaafde….

Geplaatst door Dees op 05 mei 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam verslag nr. 74 – 3.5.2010 – 5 deelnemers – distributie aan deelnemers + publicatie op – blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De bijeenkomst wordt om 20 uur geopend door de gespreksleider, terwijl een andere deelnemer het schriftelijk verslag voor zijn rekening neemt en de aanwezigen worden uitgenodigd tot het doen van voorstellen ter bepaling van het gespreksonderwerp voor deze avond.
Hierop formuleert A de volgende overwegingen, waaraan hij het voorstel voor het gespreksonderwerp verbindt. Hij zegt: ik ben op een bepaald moment verslaafd geraakt aan het gokken. En vervolgens heb ik mogen ‘leren’ dat die handeling voor mij gevaarlijk/link/risicovol, of hoe je het ook wilt noemen, is. En dan zou je dus de neiging krijgen de schuld te gaan schuiven in de richting van dat betreffende gokspel. Net zo goed als de alcoholist leert dat voor hem drank gevaarlijk is en de junk hetzelfde dient te erkennen ten aanzien van de middelen die hij niet meer ‘mag’ gebruiken. Door dit soort redeneringen geef je eigenlijk de ‘macht’ aan het betreffende middel en maak je jezelf heel klein. Daarnaast zijn (veel) andere mensen, die niet verslaafd raken blijkbaar beter of sterker dan ikzelf, want zij blijven buiten de macht van ‘het’ middel. Ik loop hierover na te denken, want ik vind in dit soort redeneringen toch iets raars zitten: ik accepteer namelijk eigenlijk helemaal niet dat zo’n middel sterker zou zijn dan ikzelf: ik kan immers zelf beslissen mijn leven zonder dat middel in te richten, op precies dezelfde manier als ik ervoor kies, tot nog toe tenminste, om bijvoorbeeld ook te wachten tot de trein/tram/of ander voertuig voorbij is voordat ik op straat ga oversteken. Op dezelfde wijze is het goed je ook rekenschap te geven van je positie ten aanzien van je omgeving, zodat je niet vervalt in verwijten, maar het initiatief bij je houdt om te veranderen zodra je je bijvoorbeeld benauwd gaat voelen en je je ‘gevangen’ voelt in een relatie; in dat laatste geval zou immers kunnen gaan denken dat die ander je de nodige vrijheid heeft afgenomen, in plaats van zelf het initiatief te nemen om die relatie te beeindigen…..
Het gespreksonderwerp zou je dus misschien kunnen samenvatten als:
‘de onmacht van het middel’ of wel ‘de ontdekking dat verslaving niet zit in de macht van het middel, maar in je eigen onmacht om met dat middel om te gaan en dat dus ook te kunnen laten staan………’

Eenieder blijkt hiermee akkoord, zodat het onderwerp voor deze avond vaststaat en het gesprek start:

B: ik heb van binnen uit een zeer dwangmatig gedrag – onder meer enorm dwangmatige affectie onder bepaalde omstandigheden – moet ook altijd zo nodig ‘de boel gaande houden’ – door drank ga ik mij nog meer dwangmatig uiten – dat gebeurt dan ook in allerlei andere vormen, als roken en coke; gokken past niet bij mij – ik zie verslaving als een systeem – heb sterke allergie ten aanzien van drank ontwikkeld – ik raak dan bizar – nu heb ik mijn systeem gereset – kan er een nieuwe weg omheen bouwen – zit er wel al 46 jaar in – maar ga me nu lekkerder voelen – bij drank raak ik in de ban door kicks – hoe meer ik het ‘niet-drinken’ als goed systeem ervaar, hoe beter mijn gevoel wortel kan schieten – ben nu in de vijfde maand van mijn niet drinken – mijn bewustzijn neemt toe – de terugval-momenten worden minder urgent – bij mij werkt dit nu – merk ook dat dit nieuwe systeem duidelijker wordt inclusief de afname van gevoeligheden voor verleidingen – wel moet ik elke dag stilstaan bij wat ik nu heb…….

C: onmacht – ik herken dit heel duidelijk in mijn oude gedrag – bij (in) mij was het vaak heel druk – bovendien moet het allemaal ook nog eens een keer helemaal goed – moet ook van mezelf heel erg m’n best doen – maar: dat is eigenlijk helemaal niet nodig – ‘t kan me ook nix schelen, maar toch doe ik m’n best – heb trouwens de laatste tijd veel afgeleerd – zoals m’n trucjes – ook extreem gedrag – dat alles is m.i. het begin van een verslaving – ach, waarom ga je gokken – neen, ik ben te gierig – was wel geneigd te roken en ook daaraan ben ik verslaafd geweest – had het moeilijk om teleurstellingen te aanvaarden – de macht van ‘t middel, ging voorbij zodra ik zelf het initiatief nam – ben ook wel zeker van mezelf ten aanzien van de consequenties – ‘t middel moet een wisselwerking opleveren – ik ben dan ook overtuigd van het onderling verband.

D: jaren lang heb ik gewoon teveel gedronken – zonder te letten op smaak of kwaliteit – op den duur ook zo snel mogelijk, in de wetenschap dat het steeds weer uit de hand zou lopen en dat gebeurde dan ook steeds weer – en eigenlijk zat de impuls om weg te schieten uit de realiteit heel gewoon in mezelf; drank was het noodzakelijke middel – eigenlijk een beetje als bij een auto: die doet ook nix als er geen benzine of andere brandstof wordt toegediend. Toen ik stopte met die drank was in mij de behoefte aan de ontsnapping dan ook helemaal niet voorbij. Dus onderzocht ik andere middelen en wegen. En die bleken er ook ruimschoots te zijn. Op die manier kwam ik dus toch wel aan mijn trekken. Terwijl ik inmiddels in de kliniek, tijdens mijn opname, en later aan tafel in de zelfhelpgroep, dat was toen nog de AA, heel veel leerde, maar wel ook heel erg daar aandacht was gericht op vooral geen drank en voor de rest is het al gauw heel erg prima. In feite ben je dan eigenlijk een beetje aan je lot overgelaten en heeft het voor mij echt jaren geduurd voordat ik erachter kwam dat het werkelijk afrekenen met verslaafd gedrag een operatie is die eigenlijk je hele leefprogramma omvat en dan vooral gericht is op het ontwikkelen van constructieve activiteiten, met name een gezonde fysieke en psychische conditie, zonder daarbij nou meteen ook weer top-prestaties na te streven. Het verwerven van de daarbij passende bescheidenheid is daar volgens mij ook een nuttige eigenschap.

E: ik heb zelf de verslaving ook nodig gehad – de functie betekende: het leven een halt toe te roepen – ik leerde de stilte hanteren – kon dat eerst niet – op allerlei terreinen – in de loop van de tijd verminderde mijn drang tot activiteiten – ik ontdekte dat stilte heerlijk is – heb nu genoeg aan mezelf – dat is een groot goed, incluis de rust in tegenstelling tot het voormalig jachtig bestaan, waar altijd tijdnood heerste – mijn bestaan is nu omgebouwd – ik laat leemtes in m’n agenda – die zijn functioneel – laatst liet ik een vriend binnen, die ik vervolgens zat weg te kijken – juist door de verslaving heb ik geleerd mezelf een spiegel voor te houden bij de vraag: heb ik een ander nodig om te functioneren – m.i. hoeft dat niet altijd – deze week waren er thuis veel mensen; dat was leuk en toen ze weg waren was ook dat weer fijn – kortom, ‘t perfecte is de vijand van het goede – dat kleine beetje kost net teveel energie, bijvoorbeeld met mensen met een absoluut gehoor – voor mij is dat onzinnig en niet nodig – dwangmatig gedrag zat niet alleen in het middel maar vooral in mezelf – vrienden stellen eisen – vriendschap behoeft onderhoud-plegen, net als bij een fiets – aan jezelf dus – je kunt voelen als een die kaars die aan twee kanten brandt – alles moet zo snel – hoe kan dan iets beklijven – ik met m’n grijze kop – ‘met de waan van de dag’ – daar kan ik niet goed bij – als ik stil ben, kunnen er ook nieuwe dingen gebeuren – nieuwe gedachten kunnen ontstaan – de kunst is de ruimte daarvoor te bieden aan jezelf…

Hiermee is de ronde voltooid en krijgt A de gelegenheid af te ronden. Hiertoe zegt hij:

A: ik ervaar veel kwaliteit – ik ontdek bij mezelf ook steeds meer – vroeger was ik kennelijk niet helder, waardoor ik tegen een soort muur klapte – dat had wel een bijkomend voordeel: ik ben alles kwijtgeraakt, incl. de mazzel een en ander te overleven – het gebeurt zoals het is gebeurd – leven kan bedreigen – vroeger vond ik volwassen mensen onbegrijpelijk vanwege hun camouflage-gedrag; dat vond ik trouwens ook in het gokken – heb nu meer overzicht – en bovendien ook behoefte me heel lekker te voelen – diep in de realiteit weg te zinken – ook ten aanzien van muziek – kan nu ook wel relativeren – zie meer dingen in perspectief – de macht zit in mezelf en niet in het middel – vroeger voelde ik dreiging door gokkasten – tijd is belangrijk – dan ruimte voor rust – vroeger zou ik nu gokken – nu niet meer….

De gespreksleider dankt A voor het onderwerp, vraagt de aanwezigen geld in de pot te werpen en sluit bijeenkomst om 21.30 uur.

Amsterdam, 5 mei 2010.

einde verslaving = begin van geluk

Geplaatst door Dees op 30 april 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag nr.73 – 24.4.2010 – 8 deelnemers – distributie aan deelnemers + publicatie op blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De bijeenkomst wordt door de gespreksleider (G) geopend om 20 uur, terwijl een andere deelnemer het schriftelijk verslag voor zijn rekening neemt en de aanwezigen worden uitgenodigd tot doen van voorstellen ter bepaling van het gespreksonderwerp.
Hierop neemt A het woord; hij zegt: ‘er komen een aantal verschillende gedachten bij mij naar boven; misschien hebben ze nix met elkaar te maken, behalve dan dat ze allemaal aan mijn brein ontspruiten en juist dat brein zich op dit moment kennelijk in een absoluut euforische staat bevindt vanwege het memorabele feit dat ik niet gedronken heb, wellicht daardoor een prettig gevoel heb en nu opeens overspoeld raak door ogenschijnlijk onnozele maar bijzonder plezierige herinneringen, zoals:
– iemand in de groep, die ‘de Noordzee had leeggedronken….’; – zelf ik eens zonder sigaartjes zat – langs de gracht liep – klein geld in m’n zak – naar een sigarenwinkel ging en me ineens zó intens gelukkig voelde; – rij ik naar m’n praktijk – een prachtige route – voelde me zó gelukkig – even maar – 8 of 9 seconden – een top ervaring – euforisch vanwege het niet drinken….

Hiermee blijkt het onderwerp voor deze avond bepaald te zijn: het ervaren van opluchting, bevrijding en geluk, zodra de verslaving verdwenen (b)lijkt te zijn……!

De gespreksronde ontwikkelt zich aansluitend als volgt:

B: ik kom in de praktijk nogal eens heel dicht bij mijn eigen verslaving; dat gebeurt op momenten en speciaal bij het geven van voorlichting – bijvoorbeeld als ik de betekenis uitleg van de werking van groepen – zoals ik dat indertijd ook zelf als patient meemaakte – herinner me met name de eerste keer dat ik voorlichting gaf in de kliniek (detox), waar ik destijds zelf als patient met lood in de schoenen zat – keerde daar 2 jaar later als voorlichter terug – na een succesvolle behandeling – dat gaf mij een geweldig gevoel, temeer omdat ik daar zelf met voorlichters in contact kwam en daar toen opeens een verlengstuk van de kliniek bleek te zijn geworden – ik ervaar herkenning, tekens als ik weer in de kliniek kom en daar nu ook als het ware een verlengstuk van de groep ben – het geeft grote voldoening zodra mensen interesse gaan ontwikkelen – een voorrecht ook mijn boodschap over te brengen aan de huidige patienten – de boodschap dus: herstel is mogelijk: koppeling van eigen ervaring aan de keuze mogelijkheden van de huidige patienten.

C: ik heb geen behoefte aan dit soort contacten met patienten tijdens hun opname in een kliniek – was zelf super ongelukkig tijdens mijn eigen opname in Alkmaar – werd daar indertijd gestraft want zat met mede-patienten naar (hun) muziek te luisteren – raakte op die manier gewend aan André Hazes – achteraf wordt alles betrekkelijk – ik vond ‘t knap – de voorlichter was daar zelf verslaafd – zat te rillen en te trillen. Zelf kan ik heel goed gelukzalig worden, bijvoorbeeld door alleen in een museum te zijn – of in een gesprek – maar omgekeerd ook erg ongelukkig, zoals tijdens mijn eigen verslaving – dat laatste is nu gelukkig voorbij en ik ben nu (weer) een vrij gelukkig en ook blij mens – voel me nu verlost van mijn verslaving en merk dat geluk gewoon in heel veel dingen zit – ook in de natuur. Het vermogen om daarvan te genieten is (weer) volkomen terug. Tel uit je winst!

D: ik herinner mij de tegenstelling tussen verschillende stemmingen heel goed. In mijn ‘drankperiode’ gingen veel dingen fout. Werd ik angstiger. Had ‘s nachts ‘zwarte’ dromen, waaruit ik met het klamme zweet wakker werd. Heb nooit het verband gelegd tussen drank en angst. Liep op een gegeven moment vast en kwam dus in de Jellinek terecht: in totale angst gevangen. Achteraf niet vreemd als je plotseling stopt met drank, wordt opgenomen en je hele leven in elkaar lijkt te storten. Maar na de eerste heftige ontwenningsverschijnselen, brak, figuurlijk gesproken, opeens de zon door – kon ik mensen geloven die mij zeiden dat het nu ‘goed’ zou gaan. Die mensen konden lachen, want ook zij beweerden dat ze geluk hadden gehad. En ik begon dat ook op mezelf te projecteren. Ik geloofde het waarachtig ook. Voor mezelf. En zo ontstond een nieuwe dimensie in mijn bestaan. Geen zwarte gedachten meer. Goed leren luisteren naar andere mensen die al langer met dit bijltje hakten. En die ik durfde geloven. En die beweerden dat alles op z’n pootjes terecht zou komen. Die mij leerden (weer) de zon te ontdekken. Er ging een wereld voor mij open: mijn gezondheid terugwinnen, een nieuw leven opbouwen, niet haastig maar juist de tijd ervoor nemen. En dat alles was geen trucje. Geen dubbele bodem. Het werd dagelijks behoorlijk trainen. De groep om te praten. Maar ook de professionele helpers, de fysieke training, een gezond leefprogramma volgen, het repareren van een vast gelopen leven, dus ook verhuizen naar een andere stad, ander werk zoeken. En het bleek te kunnen. Langzamerhand begon ik er ook zelf in te geloven. Dat het allemaal zou kunnen. De kliniek bleek een ideaal startpunt te zijn om dit hele veranderingsproces te starten. Dat duurde drie maanden. Daarin ben ik ook begonnen met de groep. En met dat laatste ben ik doorgegaan. Het is werkelijk nooit in mijn hoofd opgekomen met die groep te stoppen. En dat doe ik nog steeds niet. Bij het kennismaken met de kliniek is de lach terug gekomen. En die is ‘gewoon’ gebleven. Het bleek het beste medicijn tegen de minder fraaie kanten van het bestaan. Ik geniet er nog dagelijks van en ben ook van plan daarmee door te gaan tot mijn laatste snik.

E: verzoekt zijn bijdrage niet op papier te zetten.

F: ik was in m’n jeugd heel stemmingsgevoelig – ben uit eenzaamheid gaan schilderen – maar ik wilde sneller euforische gevoelens hebben – had geen geduld – volgde tussen m’n 14e en 21e een verkeerde opleiding en dat gaf een ongeluksgevoel – ben daarmee in een latere fase een paar keer gestopt – kreeg dan energie plus een enorme kick / later stopte ik en kreeg echt afkickverschijnselen – moest geduld trainen – bij stoppen wilde ik snel een beloning – maar dat kan alleen maar als je stabiel bent en in evenwicht – daarvoor was ik echt in de weer om de kater te overwinnen – kreeg wel een rotgevoel van die kater – heb nu langzamerhand een stabiele basis – ken weldadige moeheid en ben dan intens gelukkig…

G: het verhaal, waaruit het onderwerp is voortgekomen, geeft een euforische indruk – doet me ook terugdenken aan het verhaal van onze zieke groepsmakker, voor wie wij deze gesprekken op papier zetten: deze vertelde eens in de groep, dat hij zelf op een terrasje in Frankrijk zat en ook opeens een diep gevoel van geluk beleefde en dat wilde delen met zijn vriendin, maar dat zulks tot zijn verdriet niet lukte – dat had ik, zegt G, vroeger zelf ook met muziek – later kon ik het terughalen, die ontroering – nu heb ik dat weer geprobeerd en ook bij mij blijkt het niet meer te werken. Trouwens ik heb dit ook ervaren bij het geven van een voorlichtings-sessie, waar een sfeer ontstond van openheid en intimiteit – bijvoorbeeld het verhaal van een meisje – ze was een half jaar sexueel misbruikt – kon ontsnappen – vertelde dat voor ‘t eerst – kennelijk was die situatie daar in die sessie veilig genoeg om te kúnnen vertellen – de staf had gezegd dat ze niet voor haar ouders daar moest zitten, maar voor zichzelf – dat gaf een bijzonder moment – er was kennelijk de goede ruimte om zo’n intimiteit op tafel te leggen – ik kwam haar recent nog tegen – ik gaf haar een hand en we konden elkaar ‘gewoon’ in de ogen kijken.

H: ik heb altijd het gevoel gehad dat geluk in kleine dingen zit – zon – een terrasje – dat gevoel had ik ook vóór mijn verslaving – tijdens mijn verslaving bleek dat gevoel voor het genieten van kleine dingen weg te zijn – daarnaast kreeg ik gewoon depressies tijdens mijn verslaving zodat ik ‘t licht niet meer zag – ben nu een jaar gestopt inclusief een uitgebreide behandeling en het leren genieten van kleine dingen – dat blijkt dan ook de juiste weg te zijn – vroeger werden het euforische momenten – nu blijkt geluk er toch anders uit te zien – nu overheerst het gevoel van bevrijding – binnen 24 uur denken: ‘t leven valt erg mee – is wellicht ook een groeiproces, geluk zit in kleine dingen – zonder drank blijkt een dreunen-vrij bestaan mogelijk…..

Hiermee is de ‘ronde’ voltooid en krijgt A de gelegenheid te reageren; hij zegt:

Wat ben ik mij nu opeens onwijs lekker gaan voelen – bevrijd – ik hoef niet meer te vechten: het is werkelijk een verschil van dag en nacht – ik kan weer genieten: tel uit je winst: zo ben ik laatst ook naar Katja Schuurman geweest – fantastisch – zij bood zich eigenlijk min of meer aan – hartverwarmende suggesties! Heerlijk!

De gespreksleider dankt A voor het onderwerp, suggereert dat een ieder enig geld in de groepspot werpt en sluit de bijeenkomst om 21.15 uur.

Amsterdam, 30 april 2010.

na het stoppen van je verslaving struikel je soms over je oude gedrag

Geplaatst door Dees op 20 april 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 –Amsterdam – verslag nr.72 – 19.4.10 – 12 deelnemers , waarvan 2 nieuwelingen – distributie aan deelnemers + publicatie op blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De bijeenkomst wordt geopend om 20 uur. Conform het inmiddels ontwikkelde gebruik neemt een van de deelnemers de taak op zich van gespreksleider, terwijl een andere zich belast met het maken van het gespreksverslag. Aansluitend heet de gespreksleider(A) de aanwezigen welkom, speciaal de beide nieuwelingen ten behoeve van wie hij de gespreksregels voorleest. Hierna nodigt hij uit tot het doen van een voorstel ter bepaling van het gespreksonderwerp voor deze avond. Hierop doet B de volgende suggestie:
Ik heb nagedacht over de verschillende fasen, waarin je het stoppen met een verslaving zou kunnen indelen. En dat heeft te maken met de ontdekkingen die ik zelf heb gedaan. Eerst leefde ik in de veronderstelling dat het karwei klaar zou zijn als ik erin was geslaagd niet meer te gokken (dat was namelijk mijn verslaving). Op enig moment is me dat ook gelukt. Maar toen bleek aansluitend ook dat zich nog een heel karwei aandiende dat ik vervolgens moest zien aan te pakken en op te lossen. Daar liep ik toen keihard tegen aan. Dat hele karwei kan ik misschien het beste samenvatten met het begrip ‘verslavingsgedrag’ en dan bedoel ik de specifieke gewoontes en gedragingen die, in mijn geval, onderdeel uitmaakten van de verslaving, zoals: ongeduld, opwinding, lamlendigheid, het opblazen van gedachten, maar ook bijvoorbeeld jezelf troosten met de gedachte niet meer te gebruiken, zonder je af te vragen wat je dan eigenlijk wel doet – kort gezegd: allemaal zogenaamde eigenschappen, die stuk voor stuk tijdens mijn verslavingsperiode waren ontstaan en in mij wortel hadden geschoten; allemaal energie-vretende en uiterst contra-productieve impulsen, waar je doodmoe van wordt en die werkelijk nuttige handelingen of gedachten heel gewoon in de weg zitten. En waar je je dus het beste zo snel mogelijk van kunt bevrijden. Het was een hele ontdekking, want het betekende dat voor mij stoppen met mijn verslaving veel verder ging dan ‘alleen maar’ niet meer gokken. Kortom, dat ik nu op een totaal nieuwe manier in actie diende te komen. Ik zou graag weten hoe anderen over dit aspect denken, naar aanleiding van hun eigen ervaringen op dit punt. Waarschijnlijk gaat het om diep gewortelde gedragspatronen die tijdens mijn verslaving mijn gedrag zijn gaan bepalen en wel op een behoorlijk negatieve manier en waar ik maar beter ook rigoreus mee dien af te rekenen.

De reacties van de groep klinken unaniem positief, waarop de gespreksleider (A) concludeert dat hiermee het onderwerp voor deze avond is bepaald en de gespreksronde start:

B: eigenlijk vond ik het vrij simpel om te ‘stoppen’. Ik was betrekkelijk ‘laat’ achter mijn verslaving gekomen – er was trouwens weinig aandacht voor dat gedrag – nu is dat kwartje echter wel gevallen: aansluitend op het stoppen met het middel volgde onherroepelijk de noodzaak tot het wijzigen van mijn gedrag, voor zover dat aan het gebruik was gelieerd: cafees bezoeken, zon + terras, altijd leidend tot wijn: ik zag de noodzaak tot ontkoppeling, dus tot wijziging van mijn leefstijl / het voelde als emigreren + net als de noodzaak nieuwe vrienden op te doen + heimwee naar vroeger + plus het resteren van trekjes oud gedrag – het loslaten van leuke elementen oud gedrag is overigens behoorlijk zuur – net zoals het besluit ‘geen feestjes meer’, geen Koninginnedag als weleer– en dat zijn nog de kleine dingen…..

C: vroeger, maar ook nu, hebben ‘we’ veel feesten en partijen – na elk feest kom ik blijer thuis + niet meer in staat van ontbinding – ’t voelt steeds ‘lekkerder’ – ik blijf vasthouden aan een gevoel van liefde + doe veel sport + Chi Kong + ontplooing van de innerlijke mens – ben gewoon blij dat ik verslaafd ben geweest – heb veel meer rust in m’n donder + zie al die anderen op terrasjes hangen + zie er trouwens nu beter uit + ken mezelf weer als leuk mens – ben wel in zeer korte tijd naar beneden gepleurd in de verslaving, die dus ook slechts zeer kort heeft geduurd – weet nu ook dat momenten van spanning over gaan – leer ook weer van mezelf te houden – heb trouwens m’n ouders en m’n gezin veel aan gedaan – denk wel aan de terugval van anderen als waarschuwing voor mezelf……

D: ik luister vanavond graag…..

E: eerst de ontwenningsverschijnselen – bij mij veranderden ook allerlei dingen, waardoor alcohol eigenlijk geen rol/plaats meer had – was gisteren met vrienden die wel dronken en ik niet dronk – ik heb het heel gewoon be- en overleefd…

F: onthouding ken ik goed – ben vaak gestopt – zag een programma ‘stoppen met drinken’, waarin een mevrouw zei: “t duurt een half jaar” – en dat klopt – toen ik stopte met speed – nu wordt het weer beter weer – dan kom ik zelf ook weer in beweging – veel mensen halen dat positieve niet – na enkele maanden zakken veel mensen weg – heb dezelfde ervaring – ben dan niet helemaal terug gevallen – zie mensen Hoppe blijven bezoeken – je kunt niet alles veranderen – had zelf dezelfde verschijnselen (hangend oog) – Jan Cremer stond ook onder druk, had angst – zelf had ik dat niet verwacht maar ben dat wel tegengekomen – de laatste keer ging ’t maar door – dan leer je dat ook – als ik rustig ben nemen de dwanggedachten af.

G: op eigen verzoek wordt deze bijdrage niet beschreven….

H: toen ik eenmaal in de gaten kreeg dat ik “aan de drank” was en tegelijk de weg naar de kliniek en de groep had gevonden, is mijn leven totaal gekanteld: er was opeens geen twijfel meer: ik ben verhuisd, kreeg nieuw werk – een nieuwe wereld ging voor mij open – en dat is ook zo gebleven – een groot kado, waar ik trouwens nog steeds en ook dagelijks van geniet. Juist toen ik later ook nog eens andere aanvallen kreeg te verwerken, zoals kanker, heb ik geen twijfel of angst gevoeld. Het was gewoon goed zoals het ging en dat is in mijn beleving allemaal een ‘logisch’ gevolg mijn verslavings-ervaring, die mij heeft geleerd wat een geluk ik heb gehad. In mijn gevoel is bij het bepalen van mijn weg de meest essentiele functie het wekelijks contact met de groep. Hier aan tafel, wekelijks, nu al sinds 1968, ervaar ik iedere keer weer het voorrecht mezelf te oefenen in het groepsgesprek, dat wil zeggen telkens weer te leren luisteren, onthouden, gebruiken wat nuttig is en te laten liggen wat voor mij minder aan de orde is. Je blijft hier in conditie indien je je voor dit alles kunt openstellen. Je krijgt het hier gratis en zonder schuldgevoel. Telkens weer uniek.

I: toen ik eenmaal zelf gekozen had voor de drank, koos ik ook voor die eenzaamheid – niemand kende dat van mij – het plezier echter slaat om in depressiviteit – toch ging ik er mee door – kreeg pas weer lucht en ruimte toen ik was gestopt – kwam hier, gebracht door m’n zus, hoorde hier verhalen die aansloegen – toen ik stopte had ik weer tijd voor dingen waar ik wezenlijk belangstelling voor heb – die rust, na de drank, geeft weer ruimte – door drank kreeg ik een minderwaardigheidsgevoel – dat gaf me een handvat – voel me geestelijk weer goed en ontspannen – gewoon weer m’n eigen leven leiden: lekker!

J: ben eerst naar de kliniek gegaan: voor ongeveer 6 maanden – heb daar veel geleerd – veel opgeschreven – ook rapportages van activiteiten beschreven + waardering gekregen + geschilderd + maat leren bewaken + het uitbannen van spanningen geleerd + beter plannen + tegenvallers hanteren + beter overwegen, bijvoorbeeld bij verkeerd agenda beheer tov onverwachte bezoeken + ik zie mensen aan de drank, m’n vrouw ziet ze aan de koffie zitten: ‘wij’ zijn ’t drama – ontwikkelen van levenskunst – bezoek aan verstandelijk gehandicapten – zo anders – die blijven ermee zitten: tel je zegeningen, tel ze, keer op keer + ’t is heel makkelijk – bijvoorbeeld: je hebt geen hersenbloeding: ken zo iemand, die wel wil, maar niet meer kan spreken….

K (nieuw): ik heb niets te zeggen….

L (nieuw): nijg een beetje te zeggen: als je verslaafd bent en afkickt van de coke, dan neem je daarna weer als je niet weet ‘waarom’- anders blijf je verslaafd….

Hiermee is de gespreksronde voltooid en krijgt B de gelegenheid te reageren; hij zegt:

B: dank voor het rondje – ik heb moeite – het verbaasd me – : ’t begint immers pas als ik ben gestopt – dan begint de groei – er komt zoveel voor in de plaats – ’t verbaasd me dat de onzekerheid dan niet verlaten wordt – ik ervaar hier de vrijheid.

A dankt B voor het onderwerp, spoort vervolgens een ieder aan geld o.i.d. in de groepspot te werpen en sluit de bijeenkomst om 21 uur.

Amsterdam, 20 april 2010.

wisselwerk tussen (ex-) verslaafde en de partner

Geplaatst door Dees op 13 april 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag nr. 71 – dd 12.4.2010 – 9 deelnemers.

De bijeenkomst wordt geopend om 20 uur, zulks nadat een van de aanwezigen zich bereid heeft verklaard de taak van gespreksleider op zich te nemen, waardoor het maken van het verslag conform de inmiddels ontwikkelde gewoonte aan een andere deelnemer wordt overgelaten.

Ter bepaling van het gespreksonderwerp doet A de volgende suggestie:

Ik ben hier pas voor de tweede keer, maar ben al veel langer bezig een oplossing te zoeken voor mijn verslavingsprobleem. Het was mij bekend dat deze groep wekelijks bijeen komt, maar ik had niet de moed hier eerder naartoe te stappen. Nu is me dat dus wel gelukt en zit ik hier voor de tweede keer. Ik ben ook begonnen na te denken over de dingen die ik in mijn leefprogramma zou moeten of kunnen veranderen. En daarbij kom ik al snel bij het onderwerp: relatie/verhouding/samenleven met een ander, of hoe je het ook wilt noemen. Tot nog toe had ik contact met mensen die zelf ook gebruiken, zeg maar soms ook echt verslaafd zijn. En af en toe is zo iemand ook bezig met pogingen te stoppen. Zelf raak ik in zo’n situatie vrij snel in de war. Ik heb namelijk mijn handen vol aan mezelf. Aan de andere kant zou je misschien ook juist kracht kunnen ontwikkelen als je ‘het’ niet alleen hoeft te doen. Wat is wijsheid, of wel wat zijn de voor- en nadelen van het ‘alleen’ of ‘samen’ proberen je eigen verslaving te stoppen?

Bij de hierop volgende gedachtenwisseling blijkt algemeen overeenstemming te bestaan het gespreksonderwerp uit de gegeven suggestie als volgt te benoemen: is het stoppen van een verslaving afhankelijk van het contact met anderen en dan met name een partner, die wel of niet zelf ook verslaafd is?

B: ik vind, nog steeds, het stoppen met m’n eigen verslaving een gebeurtenis met een gouden randje. Ik denk dat dat voor de meesten onder ons, hetzelfde geldt. Iedereen zal daar zo z’n eigen herinneringen aan bewaren. Later heb ik ook de verhalen gehoord omtrent het ontstaan van de eerste zelfhelporganisatie, zoals de AA in amerika. Die hebben veel indruk op mij gemaakt. En daar ging het om precies hetzelfde als waarover wij nu praten, maar dan in de praktijk: twee doorgewinterde alcoholisten die ieder voor zich niet konden stoppen met drinken. Maar toen zij op een bepaald moment met elkaar in contact kwamen, bleken ze in staat samen wel te kunnen wat ieder apart niet voor elkaar kreeg: zo doorbraken zij beiden hun eigen verslaving. En daaruit ontstond het werkend p[ricipe van de ‘zelfhelpgroep’, dat wil dus zeggen: jezelf helpen door anderen te helpen. Tegen die achtergrond zou je de zonet gestelde vraag eigenlijk tegen het licht moet houden. Want het is natuurlijk allemaal ook afhankelijk van de vraag of je te maken hebt met mede-lotgenoten die er ‘ook mee willen kappen’, want anders zit je natuurlijk wel behoorlijk klem. Dus ik wil absoluut niet zeggen dat ieder contact met een andere verslaafde, altijd zo’n positieve functie heeft of kan hebben. Maar als je op dezelfde golflengte zit en allebei die verslaving wilt aanpakken, dan zit je in principe wel goed. Dat denk ik.

C: heeft verzocht zijn bijdrage niet te noteren.

D: ik ben bijna 40 jaar bij dezelfde vrouw; zij vindt ‘t wel spannend dat haar partner, ik dus, boeiend is – ergert zich overigens zeer aan mijn alcoholgebruik – trouwens ik ben een expert in het stoppen – heb dat wel 50 x gedaan – heb dat ook telkens ervaren als een straf – kortom, mijn vrouw stimuleert mij met extra beloning dan wel straf – resultaat is irritatie – en ik ben er nog niet uit – maar ja, ik geloof wel dat de partner een belangrijke rol vervult…..

E: ik weet hier niet veel over te zeggen – door mijn vrouw ben ik nar de Jellinek gegaan / de grens was bereikt – zij zelf is geen alcoholist – ze drinkt wel, maar matig – ik had black outs – ben veel bezig geweest alles zelf onder controle te krijgen – maar dat werkt op enig moment niet meer: dan moet er dus iets rigoreus gebeuren – zo kwam ik onder behandeling – bij de AA en tenslotte bij de Buitenveldert-groep – sindsdien heb ik niets meer gedronken – dat is tenslotte gelukt dank zij het programma van 24 uur plus zeker ook de rol van de partner – in de kliniek vond ik dit alles eigenlijk relatief makkelijk in verband met de controle – later werd het moeilijker vanwege de straat (als je daar weer op mag) – weer later volgden de eigenlijke ontdekkingen via bijvoorbeeld de groep – dan blijkt het meteen uit de hand te kunnen lopen – inzicht op zich helpt je niet de dag door te komen – toch bleef het besef: rekening houden met het adagium ‘niet meer’ = dus niet meer opnieuw beginnen – uit mijn cigaretten ervaring wist ik nog van de ezel en de steen…. Mijn partner: zij is niet gestopt met drank en cigaretten – en ik had dan ook snel in de gaten dat verslaving wel mijn probleem is maar niet van andere mensen – zou in een casino trouwens ook snel brokken maken – mijn partner heeft mij overigens wel ondersteund, bijvoorbeeld bij mijn opname maar ook daarnaast ‘weer in de buitenwereld’ – feestjes en partijen vond ik in ’t begin heel moeilijk – heb dat ook terug geschroefd – maar de stappen die ik zet zijn toch actie’s ten behoeve van mijn eigen bestaan, is ook gewoon een kwestie van leven of dood – maar het moet gezegd: mijn partner heeft me ondersteund.

F: ik heb diverse partners gehad – alcohol speelde vaak een rol – als ik nu een leuke vrouw ontmoet, zal ik iemand kiezen die niet teveel drinkt – dus….. anderszins, de partner zou verslaafd kunnen zijn, en dan hoop ik wel op dezelfde golflengte te zitten – trouwens, wat is stoppen – een metafoor – dan beginnen immers de moeilijkheden pas – het lijkt op emigreren = een nieuwe taal + een nieuw land + een nieuw leven: dus: het leven anders inrichten / kiezen van een nieuwe partner met wel of niet een verslavings-achtergrond / het lijkt beter niets uit te sluiten plus op dezelfde golflengte te zitten – eerst lijkt alles goed / dan komt een terugval en deugt er niks meer – die terugval is dan toch een onderdeel, net zoiets als emigreren – het verhaal heeft niets met wilskracht te maken – maar als je steeds terugvalt is het voor de partner natuurlijk ook erg gecompliceerd / ook al is er goede ondersteuning / je moet dan voor jezelf kiezen: trouwens – een bekeringsdrang tegenover je eigen partner lijkt me absoluut ook niet goed….

G: ik heb helemaal geen partner – ben juist aan de drank geraakt door m’n partner – in mijn familie komt dat trouwens ook helemaal niet voor – vroeger dronk ik bijna niks – voelde in m’n hart dat dat niet moest – voelde dat door m’n ex-partner – ik herken heel erg mijn verslaving in die man – die vertrok en toen moest ik iets anders vinden – had toen wel familie en vrienden plus natuurlijk m’n 2-ling zus – ik corrigeer haar – zij kon mijn gedrag niet plaatsen – zij wilde mijn gedrag (drank?) niet – dat kon zij niet verdragen – achteraf vond ik haar erg knap – zij heeft mij hier gebracht – de rest van de omgeving deed daaraan mee – is tot nu toe gelukt, mede dankzij hun door dik en dun gegeven steun – moet er niet aan denken dat ze dat niet zou hebben gedaan – ik denk niet in uren of dagen, maar het ‘gewoon’ stoppen in het algemeen – heb soms wel irritatie – kriebels ten opzichte van andere verslaafden / een soort schaamtegevoel – wel heb ik geluk gehad met mijn familie en hun steun, anders sta je er alleen voor en dat is 100x zo moeilijk – daarom: fijne familie en vrienden: ze zijn belangrijk in dit proces.

De gespreksronde is hiermee voltooid en het afrondend woord is dus aan A, die het onderwerp inbracht:

A: mijn eigen vader was een zware alcoholist – heb indertijd gezworen later zelf niet te zullen drinken en datzelfde ook van mijn omgeving te vragen – maar na m’n 30e was ik de weg kwijt – kwam in aanraking met de Jellinek – m’n partner bleek een ex-junk – ik dacht samen sterk te staan – heb echter toch besloten die relatie te beeindigen – hij gebruikte cannabis en dronk bovendien – heb ook geleerd: als je stopt met een middel is het gevaar groot dat je teruggaat naar de drank – ben dus ook nog steeds niet helemaal gestopt – vind ‘t moeilijk – heel confronterend anderen te zien drinken – heb dus ook besloten die relatie te stoppen – heb in de afgelopen 2 jaar wel gesprekken gehad – hij wist precies waar ik sta – maar ik weet niet of het goed is dat contact af te sluiten – heeft drang tot verslaving voor alle middelen / voor mij werkt dat erg actueel: kortom, ik wil geen partner die gebruikt.

A wordt bedankt voor het onderwerp, eenieder aangespoord enig geld in de groepspot te werpen, waarna de bijeenkomt wordt gesloten om 21.15 uur.

Amsterdam, 13 april 2010.

de kunst van versieren na de verslaving

Geplaatst door Dees op 30 maart 2010
Geen rubriek / Geen reacties

Zelfhelpgroep Buitenveldert 29.3.2010 – AJErnststraat112, Amsterdam
12 deelnemrs, wv 2 nieuwelingen.

De avond wordt om 20 uur geopend door de gespreksleider, nadat is afsproken het maken van het verslag aan een andere deelnemer over te laten. De nieuwe bezoekers worden speciaal welkom geheten en ontvangen de gebruikelijk aanwijzingen en documentatie.

Uitgenodigd tot het doen van suggesties ter bepaling van het gespreksonderwerp, doet A het volgende voorstel:

A: het valt mij op dat veel mensen die gestopt zijn met hun verslaving terecht komen in een negatieve houding die verdacht veel op die van de verslaving zelf lijkt. Dan overheerst een merkwaardig gevoel van ‘ik zou wel willen (drinken, spuiten, slikken, gokken, geilen, enz., enz. ), maar ik kan (mag) niet meer…..’ en daar hoort dan vooral ook een sneu gezicht bij. Eigenlijk vind ik dat heel kinderachtig. Je zou je namelijk ook kunnen voorstellen dat mensen zich eindelijk vrij voelen en in hun kracht voelen te komen om constructieve dingen te gaan doen in plaats van onder uit te zakken, uit te glijden, te verliezen, enz., enz. Kortom, eigenlijk betekent het afrekenen met je verslaving dat je aansluitend overschakelt op een andere versnelling en overstapt op constructieve acties in de (terechte) verwachting dat dan pas je leven echt spannend en de moeite waard wordt.

Uit de reacties blijkt dat de aanwezigen dit voorstel algemeen als positief en uitdagend ervaren en derhalve uitkiezen als gespreksonderwerp, waarna het gesprek zich ontwikkelt als volgt:

B: ik denk bij zo’n onderwerp vooral aan de situatie, niet zozeer van nu, maar van over een aantal jaren – doe ik dan weer eens bijvoorbeeld een borrel – dat is anders denken dan in de taal van ‘ik ben een alcoholist’ – dat laatste geeft een bepaalde identiteit aan, zoals bijvoorbeeld ‘de allochtoon’ of anders: de zoon van, man…, op die manier ben je zoveel – ik ben ook afhankelijk van het middel – toch kan ik mijn gedachten heel makkelijk op iets anders richten – als ik duizenden eigenschappen heb, dan kan ik mijn krachten toch zeker ook op veel andere kanten richten – dat maakt het wel makkelijker….

C: dit onderwerp is wel zeer essentieel – immers: het gevecht tegen de verslaving zou anders eindeloos door kunnen gaan – er komt bovendien energie vrij – daarentegen loopt het pad van de verslaving absoluut dood – daarom is het anders richten van mijn energie zeer essentieel – vroeger hing voor mij de wereld aan elkaar door de beurs, die overheerste mijn gehele denken en doen – was daar noodgedwongen mee bezig – nu sta ik er heel anders in – ziet de wereld er totaal anders uit – daarom ook is het voor mij zo belangrijk als ik andere mensen zie doorzakken – dat hoort voor mij heel erg bij elkaar – voel dan heel intens geen zin meer te hebben daar weer aan te beginnen – heb daar geen aandacht (meer) voor – vind dit een mooi onderwerp….

D: mijn stoppen hier aan tafel is een bevrijding geweest – wilde in die vroegere machteloosheid ook niet blijven hangen – die negeer ik – het voelt ook niet meer moeilijk – ik voel me vrijer – vroeger was ik gewend dwangmatig te denken – misschien hangt het ook af van de mate van verslaving – in ieder geval geldt voor mij: er een punt achter zetten – die vroegere manier van leven is voor mij gewoon geen optie – en hoe sterker dat gevoel, des te minder de twijfel – trouwens een goede reden om naar de groep te komen – hier word ik met de neus op de feiten gedrukt – hoop dat ‘t allemaal goed gaat – trouwens, merk ik, allengs wordt alles makkelijker…

E: op eigen verzoek wordt deze bijdrage niet weergegeven.

F: de groep verschaft een ideale uitgangspositie – kan me ook niet voorstellen dat je zo met roken kunt stoppen – de tijd werkt – 20 jaar geleden stopte ik zelf – kreeg toen manisch veel energie – maar die versnipperde – ging met sport over alle grenzen heen – heb op ‘t werk veel verslonsd – ging dan met dat ontevreden pakket met collega’s om 16 uur naar Hesp – werkte volstrekt dwangmatig – later waren mijn vergaderingen niet meer voorbereid, dus ging ik af – raakte gefrustreerd in m’n werk – heb dat alles in therapie besproken – de meeste mensen hebben een carriëre of gezin, maar ik niet – ik liep vast – het onderwerp vanavond is prachtig, maar je moet wel alternatieven hebben; zelf ging ik enorm in inkomen achteruit en dat is niet makkelijk – naarmate de tijd doorgaat en het weer beter wordt nemen de mogelijkheden toe, bijvoorbeeld naar buiten gaan – van vroeger heb ik het idee over gehouden dat ik niet in slaap kan vallen – met een schuin oog kijk ik dan naar een pilletje – de verleiding blijft….

G: zonet kwam ‘de topsporter’ in beeld – gehandicapten zitten ook in zo’n situatie, bijvoorbeeld topsporters met kunstbenen – school-voorbeeld van de dingen die je wel kunt: geen afscheid willen nemen, omdat ze je onterecht behandeld hebben – schuld leggen bij een ander, zoals de werkgever – maar als je daar vanaf bent kan je gaan zoeken naar nieuwe dingen waar je sterker van wordt, zoals vriendschappen / waar je overigens wel aan moet blijven werken – maar: steeds denken dat je ‘iets’ niet kunt, dat werkt verlammend!

H: ik kwam hier om te onderzoeken in hoeverre ik verslaafd ben – nu ben ik een stuk verder – ‘t begrip ‘verslaafd’ blijft voor mij een ontdekkingsreis – zou best kunnen dat ik de neiging heb tot dwangmatig gedrag – kan dat trouwens ook makkelijk weer wisselen – heb zeker de neiging heel eenzijdig bezig te zijn.

I: ik worstel nog tamelijk met mijn verslaving – heb nog trek – wil andere afwegingen maken – wil ook volhouden – soms komt ‘het’ als sluipmoordenaar terug – maar: weken zonder alcohol: geeft andere energie, alsof ik dan in een andere ruimte sta – dat voelt kwetsbaar – heb vooral in de weekends kracht nodig ter voorkoming van de vlucht in de alcohol – ik ben dat stadium nog niet genaderd – hoop daar wel te komen.

J (nieuw): moet er wel aan blijven denken – was een paar keer in de kliniek – als ik er maar aan blijf denken, dan gaat ‘t goed – maar ik ben gaan samenwonen – daarna weer in de kliniek – voel wel dat ik ermee bezig moet blijven, anders gaat ‘t fout – dus ook vooral blijven werken en sporten – denk trouwens niet dagelijks aan drugs – blowen geeft mij niet een sterke drang – kom nu net uit de drugsboerderij, daar was veel hardlopen – bezig zijn – voor mijn terugval nam ik 8 maanden geen coke meer, maar wel drank – veel op bed gelegen – wil ook echt niet gebruiken – in ieder geval geen coke, maar denk ook af en toe wel aan een biertje….

K: ik kom uit Finland, maar leef nu al 16 jaar hier in Nederland – toen ik jong was had ik geen problemen – bij het ouder worden kwam meer en meer de drank, in ieder geval meer dan bij anderen – in de laatste zes jaar is alles uit de hand gelopen – komt de verslaving zo dichtbij – is ook de vader van een vriendin als alcoholist gestorven – zij wilde nooit als haar vader worden toch is ook dat zo gebeurd – en duurde het ook nog eens 3 of 4 jaar voordat ik zelf naar de Jellinek ging en dat kon toegeven en therapieën kreeg, waar ik leerde dat eens verslaafd, je dat dan altijd met je meeneemt – dat blijft aan je kleven – soms zie ik een tv-serie, waar een vrouw verslaafd raakt en gedwongen wordt om af te kicken – ze is dan 40 jaar en 20 daarvan verslaafd – ze groeit niet meer op geestelijk nivo – het is een diepgaande serie, waarin ik veel van mezelf herken. Zelf heb ik de laatste zes jaar een lange relatie verpest – ook m’n werk – ik ben blijven stilstaan – geloof nog wel in herstel – woon hier op de hoek – stelde mijn komst naar hier steeds maar uit – ben nu blij wel gekomen te zijn.

Hiermee is gespreksronde voltooid en krijgt A, die het onderwerp inbracht, gelegenheid af te ronden.

A: ik ontdekte indertijd niet zelf dat ik verslaafd was. Het werd mij ‘gewoon’ meegedeeld en opeens begreep ik het; ging de zon op en ik de kliniek in: een andere stad, allemaal onbekende mensen, meteen ook de AA met een duidelijke boodschap: gefeliciteerd – je hebt mazzel gehad, want je leeft en kan er nog wat van maken: geen zelfbeklag, maar gewoon aan de slag – actie – op zoek naar het vervolg! En daardoor heb ik het zelfhelpprogramma ook altijd gevoeld als een opdracht om te leren allerlei eenvoudige zaken in de gaten te houden, niet op een overdreven manier maar zodanig dat het bij mij past – en dan blijkt bijvoorbeeld dat langzamerhand je hele leven gaat veranderen en zelfs factoren als ‘zelfmedelijden of zelfbeklag’ gewoon verdampen. Het blijft een voorrecht dit alles wekelijks te beleven door het eenvoudig ‘meedoen’ aan een zelfhelpgroep zoals deze. Bedankt.

A wordt bedankt voor het onderwerp, terwijl aansluitend eenieder wordt geadviseerd enig geld in de groepspot te werpen en tenslotte de bijeenkomst wordt gesloten om 21.30 uur.

Amsterdam, 30 maart 2010.